GROENTETEELT
Zaaien in de serre of de huiskamer
Tomaten voor vroege stookteelt: voor de gelukzakken die zich nog een verwarmde serre kunnen permitteren, nu zaaien op bodemwarmte (22° C) en opkweek van de jonge planten in een verwarmde serre zijn noodzakelijk.
Eerste oogst rond Pasen. Zaai ruim, verspeen in kleine potjes zodra de zaadlobben gestrekt zijn en verpot in grotere potten zodra de potkluitjes rondgeworteld zijn. Gebruik een kiemvrij en luchtig grondmengsel met een pH van 6 tot 6,5.
Gebruik bij voorkeur ontsmet zaad en dek het zaad met 0,5 tot 1 cm grond van hezelfde, gezeefde, grondmengsel. Dek het geheel af met een ruit of vochtig krantenpapier.
Het komt er op aan om gedrongen, sterke planten te kweken. Zet de plantjes dus voldoende ruim uit elkaar en kunstlicht kan een niet onaardige hulp zijn.
Organische voorraadbemesting en spitten: spit in grove kluiten en werk een flinke dosis organisch materiaal onder. U kunt ook mest of compost over de steken uitspreiden; vooral compost geeft bij deze werkwijze een sterk struktuurverbeterend effekt.
Ook in de fruittuin wordt de organische bemesting met stalmest of compost nu toegediend. Om de drie jaar wordt dan in januari kalk gestrooid.
Voor de minerale bemesting van fruitbomen: zie februari week 3.
Rozen en bomen planten
Rozen plant u diep. Kort de wortels met de helft in en de twijgen tot op 30 cm boven het oculatiepunt. Maak de plantput voldoende diep, zodat de wortels er niet dubbelgevouwen in komen te zitten.
Het oculatiepunt (a op de figuur) komt ongeveer vijf centimeter onder de grond te zitten. Goed zijdelings aanstampen is noodzakelijk.
Om vorstschade te vermijden worden rozen soms aangeaard en de aldus ontstane geulen worden met half verteerde stalmest gevuld. U kunt in november ook een dikke laag compost tussen de rozen strooien om vorstschade te voorkomen.
Bij het planten van rozen wordt de oculatie (griffelpunt) 5 cm diep in de grond gestoken.
Van rozen wordt gezegd dat ze slechts winterhard zijn tot min 18° C, doch ik heb nog nooit rozen weten vervriezen, zelfs geen stamrozelaars. Toch is het veiliger ze "diep" te planten.
Het planten van veredelde sierstruiken en fruitbomen is een zeer belangrijke gebeurtenis. Het is namelijk de bedoeling dat de bomen en struiken zich jarenlang in hun nopjes voelen in onze tuin en dat wij, als liefhebber, zo weinigmogelijk problemen hebben na de planting.
Bij laagstamfruitbomen en geoculeerde sierstruiken komt het oculatiepunt (a) 5 cm boven het grondoppervlak, in tegenstelling met de rozen worden geënte bomen en struiken dus hoger geplant.
Waarom hoger planten?
Indien de entplek of de oculatie in de grond komen te zitten, zal binnen enkele jaren de boom of struik wortel vormen op de ent, met als gevolg dat de geënte plant op "eigen" wortel komt te staan en het effekt van de onderstam verdwijnt. Laagstam fruitbomen of sierstruiken die op een "zwakke" onderstam geënt zijn zullen dan sterker gaan groeien en bijvoorbeeld een kruin maken die even groot is als de kruin van een hoogstam.
Oculatiepunt of entplek moet 5 cm boven de grond staan
Andere bomen en struiken, op eigen wortel of op stam geënt komen een paar centimeter dieper te staan dan in de kwekerij.
Maak in ieder geval de plantput steeds voldoende ruim, zodat u de wortels goed kunt uitspreiden. Onderaan in de put wordt de grond ter plaatse gespit en verkruimeld. Leg uw spade eens over de plantput, zo kunt u nagaan of de boom of struik niet te diep of te ondiep komt te staan.
Dek de wortels af met mulle, fijn verkruimelde aarde, door rond de put naar binnen toe te spitten en stamp flink aan met de hiel.
Vul de put verder met half verteerde stalmest of compost (a) en dek af met de aanvankelijk uitgegraven grond, tot een paar centimeter boven het terreinniveau. Later, tijdens de winter, zal de grond immers nog zakken. Op die wijze vangt u die grondverzakking perfekt op.
Na het planten de grond afdekken met wat turf of bladeren geeft steeds een goede bescherming tegen vorst en uitdroging.
Hij heeft gezegd:
Tuinieren is niet simpel, het ziet er enkel simpel uit!
Bruno