Karwij (kummel)

Latijnse naam: Carum Carvi

Tweejarig. Zaaien in het voorjaar, tot juni, onmiddellijk ter plaatse of in potjes. Plantafstand of uitdunnen op 30 X 30 cm. Karwij verlangt een zonnige standplaats en een luchtige humusrijke bodem. Vermits de plant tweejarig is dient staand water in de winter vermeden te worden.

De jonge blaadjes worden gesnipperd over aardappelen, sla, sausen, soep en vlees. Pas op, niet te veel want karwij heeft een heel specifieke smaak.

Karwij of kummel, wordt vooral voor de zaden aangeplant. Zodra de zaden, het tweede jaar, beginnen te rijpen, worden de schermen geplukt en gedroogd op vliegengaas (zeer fijn gaas dus). Wanneer de schermen droog zijn, hoeft men er maar even mee te schudden en de zaadjes vallen er uit.
De zaden worden gebruikt in brood, snoepjes, gebak, varkensvlees en goulash.