ZAAIEN ONDER KOUD GLAS
Meloenen, augurken en komkommers kunnen nu onder koud glas of plastic tunnel of - serre gezaaid worden. Leg drie zaden per pot van 10 cm en bewaar enkel het sterkste kiemplantje. Eind mei uitplanten in de open lucht.
Kweek de planten in pot vrij warm op, doch zorg ervoor dat ze eind mei voldoende afgehard zijn. Augurken kunnen het best in de open lucht uitgeplant worden. Meloenen en komkommers doen het beter onder koud glas of plastic tunnel.
Stamslabonen: (struikbonen) zaai ter plaatse onder koude ramen, de koude serre of plastic tunnel. Het glas of de plastic neemt u best weg tegen eind mei. U kunt onder koud glas of plastic nu ook zaaien in potten van 15 cm, vijf zaden per pot; bewaar alle opgekomen planten en plant uit in de volle grond na 15 mei. Ook hier moeten de planten voldoende afgehard zijn alvorens ze in de open lucht uit te planten.
Groene serlderij: kan zowel onder koud glas als op een beschutte plek in de open lucht gezaaid worden om nog voor de winter te oogsten. Selderijzaad licht betrekkelijk lang alvorens te kiemen. Houd het zaaibed belommerd en bestendig vochtig.
Opgepast: zoals reeds gezegd is selderij een lichtkiemer. Het zaad dus niet dekken, enkel goed aandrukken of zeer fijn verkruimelde grond. Zaai eerder dun dan te dicht op elkaar.
PLANTEN ONDER KOUD GLAS OF PLASTIC TUNNEL
Witte selderij: planten afkomstig van de zaaiing eind januari, plant op 15X15 cm. Eind april-begin mei het glas definitief wegnemen. Oogst vanaf einde mei.
ZAAIEN IN DE OPEN LUCHT
Kabuiskolen: witte en rode bewaarkool. Nu zaaien, later verspenen of oppotten, in potten, perspotten of turfpotjes of verspenen 5X5 cm, als de zaadlobben volledig gestrekt zijn. De oogst van deze zaaiing kan tijdens de winter bewaard worden in een schuur of tuinhuis.
Zomerbloemkool: kiemplantjes verspenen of oppotten als de zaadlobben volledig gestrekt zijn. In tegenstelling tot de kabuiskolen kunnen bloemkolen hoegenaamd niet tegen enige groeistilstand. Daarom is verspenen of oppotten bij bloemkool een must! Na een groeistilstand gaan bloemkolen "boren", d.w.z. dat ze te vroeg een piepklein, misvormd bloemhoofdje vormen dat waardeloos is.
Kiemplantje uitlichten, zaadlobben volledig gestrekt.
Neem de plantjes bij de blaadjes, niet bij de stengel.
Maak een plantgaatje, laat het plantje er in glijden en druk aan.
Onmiddellijk na het verspenen de verspeende plantjes gieten met de gieterappel naar boven, om een regeneffekt te bokomen.
Koolplanten, links verspeend, rechts wel verspeend.
Kapucijnenbaard: een iets bittere doch zeer lekkere en bijzonder gezonde groente. Zaai nu de wilde suikerij, om de wortels te forceren (zoals witlof) vanaf oktober.
VERZORGING
Appel- en perebomen: kunt u nog enten tot half april. Er kan ook nog geplant worden; de bomen vooral goed aanstampen en één emmer water per boom geven. Dek de grond van het plantgat af met korte mest, bladeren, compost of turfmolm om uitdroging te voorkomen.
SIERTUIN
Lentebloeiers: na de bloei, kunt u van nu af de lentebloeiers snoeien. We noemen dan vooral Forsythia, Prunus triloba en Ribes sanguineum.
Dahlia's: voorkiemen in kistjes met licht vochtig turfmolm, zand of porgrond. Bij goed weer buiten zetten, 's nachts binnen brengen. Later, zie mei tweede week, kunt u de voorgekiemde knollen scheuren of stekken snijden van de voorgetrokken scheuten.
Koolvlieg
Vlucht volwassen insect: 15 tot 30 april.
Ei-afzetting op de grond tegen de voet van de plant.
De larven ontluiken na 5 tot 10 dagen.
Schadebeeld: gangen in wortels, stam en hoofdwortel. Bij zonnig weer verwelken de planten. Het blad krijgt een grijs-blauwe kleur.
Bestrijding: reeds vanop het zaai- en plantbed.
Biologische oplossing: Na het uitplanten de jonge koolplanten aanaarden tot aan de eerste bladeren, zodat de koolvieg haar eieren, op de grond, niet tegen de stam kan leggen.
Urbanus heeft gezegd:
Indien je de prei tussen de wortelen plant, komt de preivlieg niet op de wortelen...
Prei- en ajuinvieg
Opmerking: door het bestrijden van de prei- en ajuinvlieg wordt tevens de preimot bestreden.
Behandel de plantjes reeds vanop het wachtbed (zaaibed) in april of één week voor de planting.
Tweede behandeling bij het hernemen van de groei en vervolgens volgens aantastingssymptomen. Gebruik een systhemisch insecticede. De planten afsnijden heeft niet het minste resultaat; wel integendeel het verzwakt de planten.
Het gebruik van een produkt tegen bodeminsecten kan de ei-afzetting voor een groot deel voorkomen.
Vlucht volwassen insect: april-mei.
Ei-afzetting: op de grond tegen de plant of tussen de buitenste bladschijven.
Madestadium (de boosdoeners zijn de maden): gedurende 15 tot 20 dagen.
Tweede generatie in juli, derde in augustus-september.
Schadebeeld: gangen in de bladeren en de preistam, vergeling en verrotting van de planten.
Hij heeft gezegd
Een sterk koolplantsoen bekom je pas indien de zaailingen verspeend of opgepot werden.
Bruno
Witte en gekleurde grootbloemige potchrysanten toppen
Voor een goed begrip, we hebben het hier dus niet over de troschrysantjes, maar over de grootbloemige potchrysanten met meestal vier tot 10 bloemen. Ze kunnen echter ook tot 20 bloemen hebben.
Nijp een eerste maal de kop uit boven het vierde goed ontwikkelde oog (fig 1). U vindt die ogen in de bladoksels van de bladeren die zich ontwikkelen na het inwortelen van de stek of in de oksels van wortelscheuten (bij overwintering).
Na deze eerste innijping zullen er zich vier scheuten (zijtakken) ontwikkelen. Als deze op hun beurt elk vijf goede bladeren ontwikkeld hebben, wordt eerst de zwakste van de vier scheuten volledig weggesneden. De overige drie scheuten worden elk weer boven het vierde goed ontwikkeld oog ingenepen. (Fig. 2)
Op elk van de drie takken die we bewaarden, krijgen we door de tweede nijping weer vier jonge scheuten, waarvan telkens de zwakste wordt weggenomen. De overige negen scheuten worden weer boven het vierde goed ontwikkeld oog getopt. Zo gaan we door tot 15 juni.
Laatste nijping voor grootbloemige potchrysanten: uiterlijk 15 juni en liefst nog een paar dagen eerder.
Troschrysanten
Troschrysanten kunt u kweken uit overwinterde moederplanten. Stekken in het voorjaar, bij het hernemen van de groei. Stek in potjes van 5 tot 7 cm.
Steek drie bewortelde stekken in een chrysantenpot, zet die onder koud glas of plastic tunnel. Graaf de potten eind mei-beginjuni voor de helft in in de tuin en blijf enkele dagen water geven tot de planten, door het draingat, doorgeworteld zijn.
Toppen met de haagschaar (alle scheuten) ten laatste op 21 juni.
NOG OVER INNIJPEN OF TOPPEN
Pelargonium (geranium), Fuchsia en Salvia worden best ook eens getopt. De eerste bloem laat, na het innijpen, wel iets langer op zich wachten, maar het innijpen levert ons veel mooier gevormde en bloeirijkere planten op.
Het innijpen moet steeds met de nodige zorg en tijdig gebeuren.
Pelargonium niet getopt.
Pelargonium getopt.